|
||||||||
Het is bijna veertig jaar geleden dat Dino Saluzzi zijn eerste album maakte voor ECM (Kultrum, 1982) en “Albores” is het eerste solo album sinds 1988 (Andina), het album is een eerbetoon aan zijn trouwe gezelschap en levenslange vriend: de bandoneon. Albores (dageraad) stelt een innerlijk landschap voor, Dino Saluzzi, de maestro van de bandoneon schept een landschap waarin zijn muziek schittert onder een nieuw licht, in deze solo ontmoeting met het instrument dat sinds zijn kindertijd aan zijn zijde is geweest (hoestekst). De essentie van de composities en Saluzzi’s diepgaande kennis van het instrument zowel in termen als klankkleur en interne “ademhaling” maken van Albores een artistiek manifest van de bandoneon waarin het gehele scala van zijn uitdrukkingsmogelijkheden worden benut. Ik ben een enorme fan van het instrument, hoewel veel simpeler qua mogelijkheden heeft het dat specifieke warme, intieme geluid dat je mist bij de accordeon. Maar wat ik mis op deze verzameling composities van Saluzzi is het ritme en specifieke gevoel van bijvoorbeeld de tango, de jazz en het uptempo gevoel van de Zuid-Amerikaanse muziek. Het klinkt allemaal gedragen en doet merendeels denken aan klassieke muziek, helemaal niet verkeerd, maar een hele cd lang mijn inziens toch wat teveel van het goede. Er staan fantastische nummers op dit album zoals “Égun me cuenta la vida-Milonga” een verwijzing naar zowel Jorge Luis Borges als de tango clubs in Argentinië. Het gedicht van José Hernández “The gaucho Martin Fierro” vormt de bron van “La Cruz del sur” en “Don Caye – Variaciones sobre abra de Cayetano Saluzzi” Het staat als een paal boven water dat Saluzzi de absolute top is qua bandoneonspelers en in samenwerking met jazzmuzikanten als Enrico Rava en David Friedman en vele anderen, maar ook in een klassieke zetting met het Rosamünde Quartet is het echt genieten geblazen met deze maestro, maar ik ben toch een lichtelijk teleurgesteld in dit solo album. De composities op zich hebben een plechtig statuur en dat verandert nauwelijks gedurende de speeltijd van het album en daarom neemt de spanningsboog alleen maar af, het was klaarblijkelijk de keuze van Dino om op deze manier zijn roerselen vast te leggen en het levert prachtige muziek op, maar het gebrek aan afwisseling qua tempo en ritme wreekt zich op den duur, helaas. Het is en blijft een bijzonder fraai album, maar het had ook kunnen uitgroeien tot een meesterwerk mits een deskundige producer de moed had gehad om Dino een beetje te sturen, dat is althans mijn gevoelsmatige redenering. Jan van Leersum.
|
||||||||
|
||||||||